Van bedoelen naar begrijpen: grenzen en kansen bij uitleg van overeenkomsten’
Uitleg van overeenkomsten wordt beheerst door het Haviltex-criterium (de ‘over-en-weer’-formule). Dat criterium heeft zich vertakt in (sub)normen voor de uitleg van cao’s, leveringsaktes, testamenten en recentelijk het kwijtingsbeding (HR 31 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:141). Daarnaast heeft de Hoge Raad normen geformuleerd voor de uitleg van commerciële contracten en het derde-beding.
Het lastige leerstuk van uitleg van contracten wordt zo praktisch mogelijk benaderd: met welke positie in de processtukken kan een bepaalde uitleg worden voorgedragen. Hoe staat het met stelplicht, bewijs en tegenbewijs? Hoe kunnen getuigenverklaringen een bepaalde uitleg ondersteunen? Welke ruimte komt bij uitleg aan partijen toe en wat moet de rechter ambtshalve oppakken?
Daarnaast wordt kort aandacht besteed aan uitleg van processtukken en de gevaren die voortvloeien uit het in beginsel ontbreken van repliek in de eerste aanleg en de ín beginsel strakke twee conclusie-regel in hoger beroep.
Dit omvattende terrein van uitleg van overeenkomsten – dat onder de koepel van ‘Haviltex’ is ontwikkeld – wordt in deze cursus inzichtelijk gemaakt. Betoogd zal worden dat het bij contractuitleg nooit gaat om de (subjectieve) bedoeling van (een der) contractanten maar om hetgeen partijen over en weer hebben mogen begrijpen.
Getoond wordt dat uitleg dus niet een historisch onderzoek vergt (‘wat wilden partijen ten tijde van contractsluiting?’) maar een systematisch en strategische werkwijze waarbij ook feitelijke vermoedens, de hoedanigheid van partijen en beschermingsgedachtes een rol spelen.
Op grond van een en ander worden tips gegeven hoe ten aanzien van uitlegvragen de processtukken effectief kunnen worden ingericht.
Reviews over cursussen van Instituut voor Juridische Opleidingen
Deel uw ervaring met vakgenoten!