KiesUwCursus
Home Cursussen Basisopleiding onderwijsrecht PO en VO

Basisopleiding onderwijsrecht PO en VO

Onderwijsrecht primair- en voortgezet onderwijs

De basisopleiding onderwijsrecht is herzien! Om – nog meer – tegemoet te komen aan de diversiteit in onderwijsvormen, bieden wij de basisopleiding voortaan in twee versies aan: in het voorjaar de basisopleiding onderwijsrecht voor het PO en VO en in het najaar is de basisopleiding onderwijsrecht toegespitst op het beroeps- en hoger onderwijs (mbo, hbo en wo).

Funderend onderwijs

Het onderwijsrecht is een dynamisch rechtsgebied. De rechten en plichten van betrokkenen in het onderwijs zijn in uitgebreide, complexe en steeds veranderende regels vastgelegd. Wat is de rechtspositie van docenten, leerlingen en ouders? Hoe zit het met medezeggenschap en wat is ‘passend onderwijs’?

De docenten geven een overzicht van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Je krijgt inzicht in de rechtspositie van leerlingen, ouders, docenten, bestuur en medezeggenschapsraad. Daarnaast worden thema’s als de toelating en de verwijdering van leerlingen, de mate van aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen en de verplichtingen bij leerlingen met een handicap of ondersteuningsbehoefte behandeld. Aan de hand van oordelen uit de rechtspraak en klachten- of geschillencommissies wordt duidelijk gemaakt hoe het recht op onderwijs in de praktijk invulling krijgt.

Wat is de doelgroep?

De basisopleiding onderwijsrecht PO en VO is bedoeld voor juristen, maar ook voor bijvoorbeeld directies, stafleden van besturen en medezeggenschapsraden, die meer willen weten over de juridische kaders in het onderwijs. De thema’s zijn voor de basisopleiding onderwijsrecht PO en VO en voor de basisopleiding onderwijsrecht beroeps- en hoger onderwijs gelijk, de invulling van deze basisopleiding is toegesneden op het PO en VO.

Wat is de cursusvorm?

Deze basisopleiding bestaat uit vijf modules: vijf bijeenkomsten van een dag. Vóór iedere cursusdag bereid je je voor met lesstof uit het studieboek en kun je een casus uit je eigen praktijk insturen (facultatief). Voor deze basisopleiding maken we ook gebruik van onze interactieve digitale leeromgeving.
Bij deze basisopleiding ontvang je het Basisboek Onderwijsrecht onder redactie van Pieter Huisman (Sdu, 2e druk).

Wie zijn de docenten?

Wat leer je tijdens de basisopleiding onderwijsrecht PO en VO?

Na afloop van deze basisopleiding:

  • ben je op de hoogte van de structuur van de onderwijswetgeving in Nederland;
  • heb je kennis van en inzicht in bestuur en medezeggenschap in onderwijsinstellingen;
  • ken je de rechten en plichten van ouders en leerlingen in onderwijs en passend onderwijs;
  • ben je op de hoogte van de rechtspositie van onderwijspersoneel;
  • heb je kennis van de bekostiging van onderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht (Wot);
  • kun je deze kennis toepassen in je eigen praktijk.

Wat ontvang je na afronding van de basisopleiding onderwijsrecht PO en VO?

  • 30 PO-punten. Deze cursus is door de NOvA erkend als PE-cursus;
  • bewijs van deelname.

Programma

Opzet van de basisopleiding in het kort

  • Je bereidt elke cursusdag voor aan de hand van een studieboek;
  • Je kunt een of meer praktijkkwesties selecteren om vooraf in te sturen;
  • De cursusdag bestaat uit behandeling van (een selectie van) de praktijkkwesties en uitleg van de leerstof.



Programma in het kort
Module 1: Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving.
Module 2: Rechten en plichten in het onderwijs en Governance
Module 3: Toezicht en Medezeggenschap
Module 4: Rechtspositie en passend onderwijs (PO/VO)
Module 5: Klachtrecht en Aansprakelijkheid

Hieronder vindt je de volledige beschrijving van het programma.

Module 1: Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving



Ochtend:
Prof. mr. M.T.A.B. Laemers
Inleiding/art. 23 Grondwet/Internationaal recht

De historische ontwikkeling van artikel 23 Gw – de verantwoordelijkheid van de regering voor het onderwijs – is van betekenis voor de huidige, wijzigende interpretatie van dat artikel door de wetgever. Aandacht wordt besteed aan drie belangrijke momenten in de geschiedenis van het grondwetsartikel: 1814, 1848 en 1917.

De arresten Maimonides en Hoornbeeck worden behandeld, alsmede enkele oordelen van het CRM (voorheen: Commissie gelijke behandeling).

De complexe structuur van het onderwijsrecht wordt geschetst aan de hand van de aanduiding van de relevante, uiteenlopende bronnen: Grondwet, sectorwetten, AMvB’s, ministeriële regelingen, gemeentelijke regelgeving, zelfregulering, beleidsregels, sectoroverstijgende wetten, en Europese en internationale verdragen. De laatstgenoemde bron van onderwijsrecht krijgt speciale aandacht door behandeling van de relevante artikelen. Twee uitspraken van het EHRM worden speciaal belicht: Leyla Sahin en Lautsi.

Middag:
prof.mr. P.W.A. Huisman
Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving.

De wetgeving voor onderwijsinstellingen vormt voor buitenstaanders vaak een complex doolhof. Dit heeft onder andere te maken met de sectorale verdeling in het onderwijs, het feit dat publiek- en privaatrecht van toepassing is en de hoge omloopsnelheid van onderwijswetgeving. Ook voor praktijkjuristen is het van belang een algemene notie te hebben van de hoofdtrekken van het Nederlandse onderwijsstelsel en de hoofdlijnen in de onderwijswetgeving.

In de middag geven we een overzicht van de belangrijkste onderwijswetten, en uitwerkingen in lagere regelgeving. Ook de status en doorwerking van ‘soft regulation’, zoals codes en convenanten, komt aan bod.

We bespreken ook de casuïstiek die deelnemers mogelijk willen leveren. In de vervolgdagen wordt deze behandeld.

Module 2: Rechten en plichten en Governance



Ochtend:
Prof.mr. P.W.A. Huisman
Rechten en plichten ouders/leerlingen/deelnemers rond toelating, verwijdering en beoordelingen (po, vo en mbo)

We bespreken de belangrijkste wettelijke bepalingen rond toelating, verwijdering en beoordeling en ook de jurisprudentie gebaseerd op deze wetgeving in het po en vo. Passend onderwijs komt hier nog niet aan bod. Daarvoor is een aparte module. We staan stil bij vragen als: op welke gronden kunnen leerlingen of studenten in het mbo worden geschorst of verwijderd? Welk toelatingsbeleid mag een school hanteren, bijvoorbeeld een lotingsysteem, en mag er een bijdrage worden gevraagd voor (extra) lessen? Wat houdt de onderwijsbijeenkomst in? Kan het gedrag van de ouder(s) ertoe leiden dat de leerling wordt verwijderd? Kan de school verbieden een leerling centraal schriftelijk examen te doen? Welke gevolgen heeft het gedrag van leerlingen buiten de school?

Onderdelen

  • Regels rond toelating tot het onderwijs in het po en vo
  • Bijdragen en plichten ouders
  • Verwijdering en schorsing van leerlingen (tuchtmaatregelen), casuïstiek
  • Rol schoolbeleid en interne gedrags- of kledingcodes
  • Beoordeling en overgang van leerlingen (maatstaven voor becijferen, zittenblijven, toetsing en overgang tussen onderwijssectoren zoals vmbo-havo)
  • Procedures en rechtsbescherming



Middag:
mr. J. Streefkerk
Governance

Het bestuur van onderwijsinstellingen is de afgelopen jaren veranderd. Voor de praktijk is het van belang te weten wie waarvoor verantwoordelijk en aansprakelijk is. Deze module geeft een overzicht van de bestuurlijke inrichting van het Nederlandse onderwijs en de juridische positie van de actoren zoals een College van Bestuur. De inrichting van het bestel wordt complexer door veranderde wetgeving gericht op beter bestuur en intern toezicht en door het ontstaan van bovenbestuurlijke samenwerkingsverbanden.

Module 3: Toezicht en Medezeggeschap



Ochtend:
Prof. mr. M.T.A.B. Laemers
Toezicht/Wet op het onderwijstoezicht (Wot)

De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van het onderwijs en stimuleert scholen en instellingen deze kwaliteit te verbeteren. Het werkterrein van de inspectie strekt zich uit over voor- en vroegschoolse educatie, kinderopvang primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs, particulier onderwijs, internationaal onderwijs, Caribisch Nederland en de samenwerkingsverbanden po en vo. Het onderwijs verandert en het toezicht op het onderwijs verandert mee. De inspectie beschikt over handhavingsinstrumenten.

Behandeld worden:
De hoofdlijnen van de WOT:

  • de veranderingen sinds de inwerkingtreding en de (beoogde) vernieuwing van het toezicht door ‘toezicht in transitie’ en het wetsvoorstel Bisschop.
  • werkwijze Inspectie van het onderwijs in het po en vo
  • zeer zwakke scholen
  • toezichtskaders
  • meting onderwijsresultaten
  • interventies
  • rechtsbescherming
  • jurisprudentie (Ibn Ghaldoun en As Siddieq)



Middag;
mr. W.D. Berkhout
Medezeggenschap

Hier behandelen we de specifieke regeling van de medezeggenschap in het onderwijs. Veel aandacht wordt besteed aan de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS), die de ongedeelde medezeggenschapsstructuur in het primair en voortgezet onderwijs regelt. In die sector is de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) dus niet van toepassing. Het accent zal liggen op de samenstelling (ouders, leerlingen, personeel) en de bevoegdheden van de medezeggenschapsraad. Daarnaast geven we veel aandacht aan de geschillenregeling en de rechtspraak van de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS en de Ondernemingskamer.

Kort besteden we aandacht aan de medezeggenschap in het Middelbaar Beroepsonderwijs, waar de WOR wel van toepassing is, echter met aanvullende bepalingen in de cao en een deelnemersraad. Tenslotte komt de medezeggenschap in het hoger onderwijs aan bod, waar de onderwijswetgeving een keuze biedt tussen gedeelde (vergelijkbaar met de WOR) en ongedeelde (vergelijkbaar met de WMS) medezeggenschap.

Module 4: Rechtspositie en Passend onderwijs



Ochtend:
mr. W. Lindeboom
Rechtspositie

In het ochtenddeel van deze module staat de positie van de onderwijswerknemer centraal. Wat zijn de verschillen tussen openbaar en bijzonder onderwijs? In hoeverre verschilt de arbeidsovereenkomst in het bijzonder onderwijs nog van overige werknemers met een arbeidsovereenkomst? Verder wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden en met name aan bijzondere bepalingen in de verschillende cao’s die in het onderwijs van toepassing zijn.

Specifieke onderwerpen zijn de afvloeiingssystematiek in het primair onderwijs, het bindend advies van de commissie van beroep en de bovenwettelijke cao-regelingen in geval van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

Middag:
mr. M.W.A. Scholtes
Passend onderwijs primair en voortgezet onderwijs

In de eerste plaats bekijken we het thema passend onderwijs in zijn algemeen. Welke verwachtingen mogen ouders, leerlingen en leerlingen met een beperking koesteren, hoe vult de school zorgplicht in en tegen welke praktische hindernissen lopen daarbij op? Dit werken we vervolgens uit, aan de hand van de rechtspraak van met name de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO), de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT), de Geschillencommissie oogo-jeugdplan, de Geschillencommissie oogo-ondersteuningsplan en de Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In het bijzonder geven we aandacht aan de vraag welk gevolg de invoering van passend onderwijs heeft voor beslissingen over toelating en verwijdering van leerlingen.

Module 5: Klachtrecht en Aansprakelijkheid



Ochtend:
mr. J. Streefkerk
Klachtrecht in het primair en voortgezet onderwijs

Hier zal het accent liggen op de positie van de klachtencommissies, die op grond van de onderwijswetgeving in vrijwel elke onderwijssector verplicht is voorgeschreven. Welke klachten behandelen de klachtencommissies, welk reglement is van toepassing en wat is het civiele effect van het advies van de klachtencommissie? Daarnaast komen tijdens deze module nog aan de orde: overige rechtsgangen, zoals de Bezwarencommissies functiewaardering, de Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen en de Commissie van Beroep Schoolleidersregister PO.

Middag:
mr. S. Voskamp
Aansprakelijkheid in het onderwijs

De aansprakelijkheid van scholen jegens leerlingen krijgt steeds meer aandacht, in elk geval in de media. Ouders en studenten lijken een onderwijsinstelling sneller aan te spreken, ook voor schade. In dit dagdeel wordt daarom ingegaan op deze specifieke aansprakelijkheid in het onderwijs en daarbinnen op vier thema’s, namelijk: de aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen (i) voor ongevallen, (ii) voor gymongevallen, (iii) voor pesten, misbruik en geweld, en (iv) voor de kwaliteit van het onderwijs.

Werkwijze


Deze leergang sluit volledig aan op de praktijk. Je gaat samen met vakgenoten concreet aan de slag met casus. Want leren doe je het beste met en van elkaar. Je krijgt daarbij ondersteuning van onze topdocenten. Boegbeelden van de juridische praktijk, die weten wat er speelt en met aanstekelijk enthousiasme doceren.

Materiaal


Bij deze leergang ontvang je het Basisboek Onderwijsrecht onder redactie van Pieter Huisman (Sdu, 2e druk).

Sprekers

  • Miek Laemers

    Miek Laemers is een ervaren docente en onderzoekster. Ze doet onderzoek in de volgende gebieden: Constitutional law, International law, Sociology of Law en Policy Analysis. Zij is verbonden aan de VU in Amsterdam, als Professor of Education law. Daarnaast is zij o.m. lid van de redactie van NTOR (Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht), voorzitter van het bestuur NVOR (Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht), lid van de Klachtencommissie goed bestuur mbo en plv. voorzitter van het College van Beroep voor de examens UvA).

  • Pieter Huisman

    Pieter Huisman is sinds 2010 bijzonder hoogleraar onderwijsrecht in Rotterdam en sinds 2014 werkzaam als senior adviseur voor Hobéon in Den Haag, een kantoor dat zich bezighoudt met accreditatie en (juridische) advisering in het onderwijs. Daarvoor heeft hij onder meer gewerkt bij de overheid, en in het hoger beroepsonderwijs. Zijn specialiteit ligt op het gebied het onderwijsrecht. Hij is Kroonlid van de Onderwijsraad en publiceerde met anderen onder meer het basisboek Onderwijsrecht. Om deze reden doceert en coördineert hij ook de leergang onderwijsrecht bij OSR. Hij geeft al bijna 10 jaar inleidingen in het onderwijsrecht voor OSR.

  • Jochem Streefkerk

    Jochem Streefkerk werkt als advocaat en toezichthouder in het onderwijs. Hij staat onderwijsinstellingen bij op uiteenlopende juridische vraagstukken, in het bijzonder op het gebied van governance, intersectorale samenwerking, huisvesting en bekostiging. De scheidslijn tussen publieke en private activiteiten heeft zijn bijzondere interesse. Door zijn werk in de lokale politiek kent hij ook gemeentelijke besluitvormingsprocessen van binnen en van buiten.

  • Marion Scholtes

    Marion Scholtes werkt sinds oktober 2012 bij Brussee Lindeboom Advocaten en is daarmee teruggekeerd naar de onderwijsbranche, waarin zij eerder haar sporen heeft verdiend. Marion Scholtes studeerde in 2004 af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarvoor was zij al enige jaren werkzaam als rechtshulpverlener, waar haar focus lag op arbeidsrecht, ambtenarenrecht en onderwijsrecht. De praktijk van het onderwijsrecht heeft zij vervolgens als advocaat voortgezet bij de werkgeversvereniging Besturenraad. Zij trad daarbij onder meer op als huisadvocaat voor verschillende schoolbesturen en verzorgde cursussen en trainingen aan het management. Daarnaast doceerde zij als deeltijddocent aan de Avans Hogeschool in Breda. Vanaf 2009 heeft Marion Scholtes haar advocatenpraktijk verbreed naar het algemene civiele recht, waaronder contractenrecht en familie- en jeugdrecht bij het kantoor Bos Van der Burg Advocaten. Bij Brussee en Lindeboom zet Marion Scholtes haar praktijk als onderwijsadvocaat voort. Daarnaast blijft zij werkzaam op het terrein van het Familie- en Jeugdrecht. Marion houdt van de dynamiek van de advies- en procespraktijk, het contact met de cliënt en de afwisseling tussen overleg, procederen en studie waarbij zij de ene keer optreedt als huisadvocaat voor onderwijsinstellingen, en de andere keer voluit gaat voor de verdediging van een particulier/onderwijsmedewerker/ambtenaar.

  • Willem Lindeboom

    Willem Lindeboom is sinds 2006 advocaat en mede-eigenaar van Brussee Lindeboom Advocaten. Het kantoor heeft nu zes advocaten, die zich allemaal hebben toegelegd op de onderwijssector. Willem houdt zich binnen het kantoor in het bijzonder bezig met het arbeidsrecht. Dat is ook de reden waarom hij binnen de Leergang Onderwijsrecht van OSR de module rechtspositie verzorgt. Voordat hij advocaat werd werkte hij bij onderwijsvakorganisatie CNV Onderwijs (nu CNV Connectief), bij de VBS (een werkgeversorganisatie in het onderwijs) en als consultant. In zijn vrije tijd fiets Willem graag. Hard en ver.

  • Dik Berkhout

    Mr. W. D. Berkhout is advocaat bij Jurion, Jurist Onderwijsrecht. Daarvoor heeft hij bij OUDERS & COO en Judion gewerkt. Zijn specialiteit is het onderwijsrecht en in het bijzonder de medezeggenschap in het onderwijs, van funderend onderwijs tot aan het hoger onderwijs. Daarnaast richt hij zich in het bijzonder op passend onderwijs. Om deze reden doceert hij ook bij OSR Juridisch Opleidingen de verdiepingscursus Onderwijsrecht. In zijn vrije tijd leest Dik Berkhout graag boeken, luistert hij naar klassieke muziek, wandelt en fietst hij graag.

  • Stijn Voskamp

    Stijn Voskamp is universitair docent civiel recht, verbonden aan het Instituut voor Privaatrecht van de Universiteit Leiden. Zij is in 2018 gepromoveerd op het proefschrift getiteld ‘Onderwijsovereenkomst, contractenrechtelijke leerstukken toegepast op de rechtsverhouding tussen school, leerling en ouders in het primair en voortgezet bekostigd onderwijs’. Haar onderwijs en onderzoek verricht zij onder andere op het snijvlak van civiel recht en onderwijsrecht.

Reviews over cursussen van OSR Juridische Opleidingen

Deel uw ervaring met vakgenoten!

Nog geen reviews. Wees de eerste.

Laat uw review achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Beoordeling