KiesUwCursus
Home Cursussen Basisopleiding onderwijsrecht mbo/hbo/wo

Basisopleiding onderwijsrecht mbo/hbo/wo

Onderwijsrecht mbo en hoger onderwijs

Het onderwijsrecht is een dynamisch rechtsgebied. De rechten en plichten van betrokkenen in het beroeps- en hoger onderwijs zijn in uitgebreide, complexe en steeds veranderende regels vastgelegd. Wat is de rechtspositie van docenten en studenten en welke verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden rusten bij het opleidingsmanagement? Hoe zit het met medezeggenschap bij bijvoorbeeld de vaststelling van de OER (Onderwijs- en Examenregeling) en welke rechten hebben studenten met een functiebeperking?

Tijdens de basisopleiding onderwijsrecht mbo, ho en wo krijg je een overzicht van de rechten en plichten in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Daarnaast krijg je inzicht in de rechtspositie van studenten, bestuur, opleidingsmanagement en medezeggenschapsraad. Ook worden thema’s als de toelating en de verwijdering van studenten, de bevoegdheden van de examencommissie, de mate van aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen voor studievertraging en de verplichtingen bij studenten met een handicap of ondersteuningsbehoefte behandeld. Aan de hand van oordelen uit de rechtspraak en instanties zoals het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs wordt duidelijk gemaakt hoe het recht op onderwijs in de praktijk invulling krijgt.

Wat is de doelgroep?

De basisopleiding onderwijsrecht mbo, hbo en wo is bedoeld voor juristen, maar ook voor bijvoorbeeld directies, stafleden van besturen en medezeggenschapsraden, die meer willen weten over de juridische kaders in het beroeps- en hoger onderwijs. De inleidende thema’s zijn voor zowel de basisopleiding onderwijsrecht PO en VO als voor de basisopleiding onderwijsrecht beroeps- en hoger onderwijs gelijk, de invulling is toegesneden op het mbo, hbo en wo.

Wat is de cursusvorm?

Deze basisopleiding bestaat uit vijf modules: vijf bijeenkomsten van een dag. Voor aanvang van iedere cursusdag kun je een casus uit je eigen praktijk insturen (facultatief). Voor deze basisopleiding maken we ook gebruik van onze interactieve digitale leeromgeving.

Wie zijn de docenten?

Wat leer je tijdens de basisopleiding onderwijsrecht mbo/ho/wo?

Na afloop van deze basisopleiding:

  • ben je op de hoogte van de beginselen en de structuur van de onderwijswetgeving in Nederland;
  • heb je kennis van en inzicht in bestuur en medezeggenschap in mbo-, hbo en wo- instellingen, en de positie van andere belangrijke organen zoals de examencommissie;
  • ken je de rechten en plichten van studenten, incl. studenten met een functiebeperking, in opleidingen en de jurisprudentielijn op een paar belangrijke thema’s;
  • ben je op de hoogte van de rechtspositie van de docent in het beroeps- en hoger onderwijs;
  • heb je kennis van de wijze van toezicht op en accreditatie van opleidingen;
  • kan je deze kennis toepassen in je eigen praktijk.

Wat ontvang je na afronding van de basisopleiding onderwijsrecht mbo/hbo/wo?

  • bewijs van deelname
  • 30 PO J punten

Programma

Opzet van de basisopleiding in het kort

– Je bereidt elke cursusdag voor aan de hand van gegeven literatuur;
– Je kunt een of meer praktijkkwesties selecteren om vooraf in te sturen;
– De cursusdag bestaat uit behandeling van (een selectie van) de praktijkkwesties en uitleg van de leerstof.

Programma in het kort

Module 1: Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving.
Module 2: Rechten en plichten in het onderwijs en Governance
Module 3: Toezicht en Medezeggenschap
Module 4: Rechtspositie en passend onderwijs
Module 5: Klachtrecht en Aansprakelijkheid

Hieronder vind je de volledige beschrijving van het programma.

Module 1
Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving.


Ochtend:
Prof. mr. M.T.A.B. Laemers
Inleiding/art. 23 Grondwet/Internationaal recht

De historische ontwikkeling van artikel 23 Gw – de verantwoordelijkheid van de regering voor het onderwijs – is van betekenis voor de huidige, wijzigende interpretatie van dat artikel door de wetgever. Aandacht wordt besteed aan drie belangrijke momenten in de geschiedenis van het grondwetsartikel: 1814, 1848 en 1917.

De arresten Maimonides en Hoornbeeck worden behandeld, alsmede enkele oordelen van het CRM (voorheen: Commissie gelijke behandeling).

De complexe structuur van het onderwijsrecht wordt geschetst aan de hand van de aanduiding van de relevante, uiteenlopende bronnen: Grondwet, sectorwetten, AMvB’s, ministeriële regelingen, gemeentelijke regelgeving, zelfregulering, beleidsregels, sectoroverstijgende wetten, en Europese en internationale verdragen. De laatstgenoemde bron van onderwijsrecht krijgt speciale aandacht door behandeling van de relevante artikelen. Twee uitspraken van het EHRM worden speciaal belicht: Leyla Sahin en Lautsi.

Middag:
prof.mr. P.W.A. Huisman
Overzicht van het onderwijssysteem en de onderwijswetgeving.

De wetgeving voor onderwijsinstellingen vormt voor buitenstaanders vaak een complex doolhof. Dit heeft onder andere te maken met de sectorale verdeling in het onderwijs, het feit dat publiek- en privaatrecht van toepassing is en de hoge omloopsnelheid van onderwijswetgeving. Ook voor praktijkjuristen is het van belang een algemene notie te hebben van de hoofdtrekken van het Nederlandse onderwijsstelsel en de hoofdlijnen in de onderwijswetgeving.

In de middag geven we een overzicht van de belangrijkste onderwijswetten, en uitwerkingen in lagere regelgeving. Ook de status en doorwerking van ‘soft regulation’, zoals codes en convenanten, komt aan bod.

We bespreken ook de casuïstiek die deelnemers mogelijk willen leveren. In de vervolgdagen wordt deze behandeld.

Module 2
Rechten en plichten en Governance


Ochtend:
Prof.mr. P.W.A. Huisman
Rechten en plichten instellingen en studenten bij toelating, verwijdering en beoordelingen (mbo en ho)

We bespreken de belangrijkste wettelijke bepalingen in de WEB en WHW rond toelating en verwijdering van studenten van de opleiding. Tevens staan we stil bij (actualiteiten rond) het bindend studieadvies en decentrale loting. Ook worden behandeld de positie en de bevoegdheden van examencommissie en jurisprudentie rond beoordelingen en fraude.

Onderdelen
– Regels rond toelating en verwijdering van de opleiding, bindend studieadvies
– Positie examencommissie en examinator
– Jurisprudentie toelating en verwijdering, beoordelingen en fraude
– Procedures en rechtsbescherming studenten in het mbo en ho
– Actualiteiten wetgeving

Middag:
mr. J. Streefkerk
Governance

Bestuur, intern toezicht en medezeggenschap van onderwijsinstellingen verandert met de tijd. Soms door wijzigingen in het onderwijsrecht; soms door wijzigingen in het algemene rechtspersonenrecht. Deze module geeft een overzicht van de bestuurlijke inrichting van het Nederlandse onderwijs en de juridische positie van de verschillende actoren. Vanuit de basis van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek werken we toe naar de onderwijseigen kenmerken van organisaties voor mbo en hoger onderwijs. We besteden aandacht aan het onderscheid tussen openbare en bijzondere instellingen. Mede op basis van inbreng van deelnemers kijken we naar specifieke situaties, zoals de governance van uitgebreide (private) dochterstructuren en interne mandaat- en delegatieregelingen.

Module 3
Toezicht en Medezeggeschap


Ochtend:
Prof. mr. M.T.A.B. Laemers
Toezicht/Wet op het onderwijstoezicht (Wot)

De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van het onderwijs en stimuleert scholen en instellingen deze kwaliteit te verbeteren. Het werkterrein van de inspectie strekt zich uit over voor- en vroegschoolse educatie, kinderopvang primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs, particulier onderwijs, internationaal onderwijs, Caribisch Nederland en de samenwerkingsverbanden po en vo. Het onderwijs verandert en het toezicht op het onderwijs verandert mee. De inspectie beschikt over handhavingsinstrumenten.

Behandeld worden:
De hoofdlijnen van de WOT:
– de veranderingen sinds de inwerkingtreding en de (beoogde) vernieuwing van het toezicht door ‘toezicht in transitie’ en het wetsvoorstel Bisschop.
– werkwijze Inspectie van het onderwijs in het po en vo
– zeer zwakke scholen
– toezichtskaders
– meting onderwijsresultaten
– interventies
– rechtsbescherming
– jurisprudentie (Ibn Ghaldoun en As Siddieq)

Middag;
mr. W.D. Berkhout
Medezeggenschap

Hier behandelen we de specifieke regeling van de medezeggenschap in het onderwijs. We besteden aandacht aan de medezeggenschap in het Middelbaar Beroepsonderwijs, waar de WOR wel van toepassing is, echter met aanvullende bepalingen in de cao en een deelnemersraad. Tenslotte komt de medezeggenschap in het hoger onderwijs aan bod, waar de onderwijswetgeving een keuze biedt tussen gedeelde (vergelijkbaar met de WOR) en ongedeelde (vergelijkbaar met de WMS) medezeggenschap.

Module 4
Rechtspositie en Passend onderwijs


Ochtend:
mr. W. Lindeboom
Rechtspositie

In het ochtenddeel van deze module staat de rechtspositie van de onderwijswerknemer centraal. In de eerste plaats zal aandacht worden besteed de spanning tussen grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting van de werknemer en de academische vrijheid enerzijds en de vrijheid van onderwijs anderzijds. In dit kader zullen twee recente casus worden behandeld die respectievelijk in het middelbaar beroepsonderwijs en in het hoger onderwijs speelden.

Meer in zijn algemeenheid komen aan de orde de benoemingseisen die aan de onderwijswerknemer worden gesteld en aan de bijzondere rechtspositie van de onderwijsbestuurder. Ruime aandacht wordt besteed aan een aantal specifieke onderwerpen in de cao’s voor het middelbaar – en hoger beroepsonderwijs en de universiteiten, zoals

– de (on)mogelijkheid van tijdelijke arbeidsovereenkomsten;
– de tijdelijke uitbreiding van de arbeidsovereenkomst;
– onderwijsvakanties in relatie tot het arbeidsovereenkomstenrecht.

Deze onderwerpen zullen behandeld worden aan de hand van specifieke rechtspraak.

Vervolgens zal het ontslagrecht worden behandeld, eveneens aan de hand van praktijkvoorbeelden uit het onderwijs. Tenslotte komen de bovenwettelijke cao-voorzieningen in geval van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid aan de orde, evenals de bekostiging van dergelijke uitkeringen.

Middag:
mr. M.W.A. Scholtes
Passend onderwijs in het MBO en het hoger onderwijs HBO en WO

In de eerste plaats bekijken we het wettelijk kader en de verankering van het passend onderwijs in de sectorwetten van MBO, HBO en WO. Welke vraagstukken over passend onderwijs spelen in de praktijk bij studenten/scholen en hoe vult de school zorgplicht in en tegen welke praktische hindernissen lopen scholen en studenten daar op. Dit werken we vervolgens uit, aan de hand van de rechtspraak en oordelen van het College voor de rechten van de mens. Er is ruimte om eigen casuïstiek in te brengen neem in dat geval vooraf even contact op om de casus aan de docent mee te geven.

Module 5
Klachtrecht en Aansprakelijkheid


Ochtend:
mr. J. Streefkerk
Klachtrecht MBO/HO

In deze module ligt het accent op de positie van de klachtencommissies, die op grond van de onderwijswetgeving in vrijwel elke onderwijssector verplicht zijn voorgeschreven. Welke klachten behandelen de klachtencommissies, welk reglement is van toepassing en wat is het civiele effect van het advies van de klachtencommissie? We doorlopen de procedures stap voor stap en bekijken een aantal voorbeelden van ‘vaste’ uitspraken op verschillende gebieden. Er is ruimte om eigen casuïstiek in te brengen: neem in dat geval vooraf even contact op om de casus aan de docent mee te geven.

Middag:
mr. dr. S. Voskamp
Aansprakelijkheid in het onderwijs

In de media wordt nogal eens bericht over studenten of ouders die onderwijsinstellingen aansprakelijk willen houden voor door hun geleden schade. Het kan hierbij gaan om schade die het gevolg is van een ongeval, maar ook om schade die zou zijn geleden door een gebrek aan kwaliteit van het onderwijs. Dit dagdeel gaat nader in op het vraagstuk dat achter deze berichten schuilt: de vraag naar de civielrechtelijke aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen.

Tijdens dit dagdeel wordt allereerst stilgestaan bij de rechtsverhouding tussen onderwijsinstellingen en onderwijsdeelnemers (en eventueel hun ouders). Daarnaast wordt ingegaan op verschillende vragen die kunnen rijzen in het kader van de civielrechtelijke aansprakelijkheid van onderwijsinstellingen, zoals: Wie is de aansprakelijk te stellen partij? Wat is de grondslag van een eventuele aansprakelijkheid? Rust een zorgplicht op onderwijsinstellingen? Zo ja, wat houdt die zorgplicht in en hoe wordt deze door de rechter getoetst?

Sprekers

  • Miek Laemers

    Miek Laemers is een ervaren docente en onderzoekster. Ze doet onderzoek in de volgende gebieden: Constitutional law, International law, Sociology of Law en Policy Analysis. Zij is verbonden aan de VU in Amsterdam, als Professor of Education law. Daarnaast is zij o.m. lid van de redactie van NTOR (Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht), voorzitter van het bestuur NVOR (Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht), lid van de Klachtencommissie goed bestuur mbo en plv. voorzitter van het College van Beroep voor de examens UvA).

  • Pieter Huisman

    Pieter Huisman is sinds 2010 bijzonder hoogleraar onderwijsrecht in Rotterdam en sinds 2014 werkzaam als senior adviseur voor Hobéon in Den Haag, een kantoor dat zich bezighoudt met accreditatie en (juridische) advisering in het onderwijs. Daarvoor heeft hij onder meer gewerkt bij de overheid, en in het hoger beroepsonderwijs. Zijn specialiteit ligt op het gebied het onderwijsrecht. Hij is Kroonlid van de Onderwijsraad en publiceerde met anderen onder meer het basisboek Onderwijsrecht. Om deze reden doceert en coördineert hij ook de leergang onderwijsrecht bij OSR. Hij geeft al bijna 10 jaar inleidingen in het onderwijsrecht voor OSR.

  • Jochem Streefkerk

    Jochem Streefkerk werkt als advocaat en toezichthouder in het onderwijs. Hij staat onderwijsinstellingen bij op uiteenlopende juridische vraagstukken, in het bijzonder op het gebied van governance, intersectorale samenwerking, huisvesting en bekostiging. De scheidslijn tussen publieke en private activiteiten heeft zijn bijzondere interesse. Door zijn werk in de lokale politiek kent hij ook gemeentelijke besluitvormingsprocessen van binnen en van buiten.

  • Dik Berkhout

    Mr. W. D. Berkhout is advocaat bij Jurion, Jurist Onderwijsrecht. Daarvoor heeft hij bij OUDERS & COO en Judion gewerkt. Zijn specialiteit is het onderwijsrecht en in het bijzonder de medezeggenschap in het onderwijs, van funderend onderwijs tot aan het hoger onderwijs. Daarnaast richt hij zich in het bijzonder op passend onderwijs. Om deze reden doceert hij ook bij OSR Juridisch Opleidingen de verdiepingscursus Onderwijsrecht. In zijn vrije tijd leest Dik Berkhout graag boeken, luistert hij naar klassieke muziek, wandelt en fietst hij graag.

  • Marion Scholtes

    Marion Scholtes werkt sinds oktober 2012 bij Brussee Lindeboom Advocaten en is daarmee teruggekeerd naar de onderwijsbranche, waarin zij eerder haar sporen heeft verdiend. Marion Scholtes studeerde in 2004 af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarvoor was zij al enige jaren werkzaam als rechtshulpverlener, waar haar focus lag op arbeidsrecht, ambtenarenrecht en onderwijsrecht. De praktijk van het onderwijsrecht heeft zij vervolgens als advocaat voortgezet bij de werkgeversvereniging Besturenraad. Zij trad daarbij onder meer op als huisadvocaat voor verschillende schoolbesturen en verzorgde cursussen en trainingen aan het management. Daarnaast doceerde zij als deeltijddocent aan de Avans Hogeschool in Breda. Vanaf 2009 heeft Marion Scholtes haar advocatenpraktijk verbreed naar het algemene civiele recht, waaronder contractenrecht en familie- en jeugdrecht bij het kantoor Bos Van der Burg Advocaten. Bij Brussee en Lindeboom zet Marion Scholtes haar praktijk als onderwijsadvocaat voort. Daarnaast blijft zij werkzaam op het terrein van het Familie- en Jeugdrecht. Marion houdt van de dynamiek van de advies- en procespraktijk, het contact met de cliënt en de afwisseling tussen overleg, procederen en studie waarbij zij de ene keer optreedt als huisadvocaat voor onderwijsinstellingen, en de andere keer voluit gaat voor de verdediging van een particulier/onderwijsmedewerker/ambtenaar.

  • Willem Lindeboom

    Willem Lindeboom is sinds 2006 advocaat en mede-eigenaar van Brussee Lindeboom Advocaten. Het kantoor heeft nu zes advocaten, die zich allemaal hebben toegelegd op de onderwijssector. Willem houdt zich binnen het kantoor in het bijzonder bezig met het arbeidsrecht. Dat is ook de reden waarom hij binnen de Leergang Onderwijsrecht van OSR de module rechtspositie verzorgt. Voordat hij advocaat werd werkte hij bij onderwijsvakorganisatie CNV Onderwijs (nu CNV Connectief), bij de VBS (een werkgeversorganisatie in het onderwijs) en als consultant. In zijn vrije tijd fiets Willem graag. Hard en ver.

  • Stijn Voskamp

    Stijn Voskamp is universitair docent civiel recht, verbonden aan het Instituut voor Privaatrecht van de Universiteit Leiden. Zij is in 2018 gepromoveerd op het proefschrift getiteld ‘Onderwijsovereenkomst, contractenrechtelijke leerstukken toegepast op de rechtsverhouding tussen school, leerling en ouders in het primair en voortgezet bekostigd onderwijs’. Haar onderwijs en onderzoek verricht zij onder andere op het snijvlak van civiel recht en onderwijsrecht.

Editie(s)

Plan route
Plan route
Plan route
Plan route
Plan route

Reviews over cursussen van OSR Juridische Opleidingen

Deel uw ervaring met vakgenoten!

Nog geen reviews. Wees de eerste.

Laat uw review achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Beoordeling