Elke overheidssector kent een eigen rechtspositieregeling waarin de rechten en plichten van de werkgever en de ambtenaar ten opzichte van elkaar zijn vastgelegd. Zo gelden voor rijksambtenaren andere regels dan voor ambtenaren werkzaam voor een gemeente, vastgelegd in het ARAR respectievelijk in de CAR/UWO. Materieel bestaan er verschillen en overeenkomsten, ook wat betreft het onderwerp ‘ziekte en arbeidsongeschiktheid’. In de praktijk blijkt er bij bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen enige huiver te bestaan in de advisering omtrent arbeids(on)geschiktheid wanneer de werknemer ambtenaar is. Die huiver lijkt veroorzaakt te worden door de bijzondere rechtspositie van de ambtenaar en/of de bijzondere positie van diens werkgever. Dit leidt ertoe dat de centrale rol van de bedrijfsarts in de verzuimbegeleiding onvoldoende uit de verf komt: adviezen worden niet of onvoldoende opgevolgd, er ontstaat discussie over adviezen en/of over de inzet van de arts, etc. Dit brengt grote risico’s met zich in het licht van de verplichtingen van werkgever en ambtenaar ter zake van de re-integratie. Niet zelden wordt een loonsanctie opgelegd, omdat niet aan de verplichtingen is voldaan. Ook in kwesties rond arbeids(on)geschiktheid spelen nogal eens juridische vraagstukken, waarbij voor de oplossing het advies van de arts van grote betekenis kan zijn. Voor (bedrijfs)artsen en arbeidsdeskundigen is kennis van de juridische verhoudingen tussen overheidswerkgever en ambtenaar dan ook onontbeerlijk.
Tijdens de cursus wordt concrete casuïstiek gebruikt om de verbinding te leggen tussen theorie en praktijk. Ook wordt aandacht geschonken aan komende veranderingen in de rechtspositie als gevolg van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.
Reviews over cursussen van Instituut voor Arbeidsrecht & HRM
Deel uw ervaring met vakgenoten!